Antisemitisme - het volk en de volken
Het Europese parlement heeft op 31 mei 2017 een definitie aanvaard van het begrip anti-semitisme. Hiermee denkt men beter in staat te zijn meldingen van anti-semitisme in Europa te kunnen bijhouden en zo het probleem nauwkeuriger te kunnen volgen. Het parlement stelt dat ‘anti-semitisme een bepaald beeld is van Joden. dat zich kan uiten als haat tegen Joden. Retorische en fysieke uitingen van ant-semitisme worden gericht tegen Joden of niet-Joden en/of hun bezittingen, tegen instellingen van de Joodse gemeenschap, en religieuze voorzieningen’.
Opperrabbijn Binyomin Jacobs meldde dat het aantal leerlingen van de Joods Orthodoxe school 'Het Cheider' te Amsterdam terugloopt. Eén van de oorzaken: nogal wat jonge gezinnen verlaten Nederland vanwege het toenemende antisemitisme.
In het Evangelie naar Mattheus 25:31-46 wordt gesproken over het oordeel over de volken. Dan zullen alle volken voor hem (de Zoon des mensen) worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. In deze NBV vertaling wordt vertaald 'Hij zal de mensen van elkaar scheiden', In de Griekse tekst wordt niet over de mensen gesproken . Er staat 'hen' dat terugslaat op de volken. De volken worden geoordeeld. Welke volken? Alle volken die niet Israël zijn. Het bijbelse onderscheid is het volk Israël en de volken. Am (volk) Jisraël en de goyim - de volken, de heidenen. Christenen zijn gedoopte heidenen en zo deelgenoot aan de beloften van de God van Israël. De kerk uit de volken is niet in de plaats van Israël gekomen, maar er aan toegevoegd.
De vraag op grond waarvan de volken geoordeeld zullen worden wordt heel helder beantwoord. De volken die naar de goede kant verwezen worden, zullen vragen: "wanneer hebben wij u geholpen?" Zij krijgen ten antwoord: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” Jammer dat in deze vertaling een woord niet vertaald is. Er staat: " aan een van dezen, mijn minste broeders of zusters." Op hen wijst Hij. Het volk waartoe Hij behoort - Israël. Je kunt zeggen: antisemitisme, discriminatie van het volk Israël, Jodenhaat is de oervorm van discriminatie. De belangrijke 20e-eeuwse theoloog K.H.Miskotte heeft gezegd: 'Haat jegens Israël is haat jegens de God van Israël.' Het gaat in deze gelijkenis uit Mattheus dus niet zozeer om geloof, maar om het handelen. Het zou interessant zijn de geschiedenis van de volken van Europa, van de wereld - te onderzoeken en te beschrijven aan de hand van hun houding jegens Israël in hun midden, de houding tegenover de Joden1. Wellicht dat het verzoek van het Europees Parlement een nieuw begin is.
Piet Warners
© Provinciale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht