Weken van troost en inkeer
In de synagoge wordt de Tora gelezen, iedere week een stuk van ongeveer drie hoofdstukken, zodat in de loop van het jaar de hele Tora, alle vijf boeken, doorgelezen worden. Bij iedere lezing voor de week hoort een lezing uit de profeten, de haftara, en meestal wordt die lezing gekozen passend bij de lezing uit de Tora. Maar in de maanden van de zomer gaat dat niet door. In de drie weken voor de 9e av, de dag waarop de Verwoesting van de Tempel herdacht wordt, van de eerste en van de tweede Tempel, worden woorden van aanklacht gelezen uit Jeremia 1 en 2 en Jesaja 1.
Maar na de 9e av komen er zeven weken van troost: op de sjabbat na de 9e av leest men Jesaja 40: “Troost, troost, Mijn volk”, en in de weken daarna leest men verder in de latere hoofdstukken van Jesaja. De eerste woorden van de lezingen vertellen het verhaal van de boodschap van troost. Die boodschap heeft tijd nodig om gehoord te worden, zo diep ingrijpend is het verdriet om de Tempel.
Op de eerste sjabbat (Jesaja 40:1) spreekt de Eeuwige: “Troost, troost Mijn volk”.
Op de tweede sjabbat (Jesaja 49:14) maar Sion zegt: “De HEER heeft mij verlaten”.
De Eeuwige antwoordt daarop:
Op de derde sjabbat (Jesaja 54:11) “Ongelukkige, door stormwind voortgedreven ...”,
op de vierde sjabbat (Jesaja 51:12) “IK, ik ben het die je troost,” ,
op de vijfde sjabbat (Jesaja 54:1) “Jubel, onvruchtbare, ...” ,
en op de zesde sjabbat (Jesaja 60:1) “Sta op, wordt verlicht, want je licht is gekomen” .
Op de zevende sjabbat durft Sion het dan eindelijk te geloven (Jesaja 61:10) : “Vol verrukking ben ik, verrukt om de Heer”.
Zeven weken van troost, en dan zijn we toe aan Rosj Hasjana en Jom Kippoer, de Ontzagwekkende Dagen. Dat is een tijd van inkeer, berouw en bekering. In die tijd zijn de haftara-lezingen
Jesaja 55:6: "Zoek de Eeuwige terwijl Hij zich laat vinden"
Hosea 14:2: "Bekeer je, Israël, tot de Eeuwige je God, want je bent gestruikeld...."
Na de catastrofe de troost, daarna de inkeer en de bekering, dat leidt tot verzoening en vergeving, waarna je weer voluit feest kunt vieren.
Daar moet je dus de tijd voor nemen, voor rouw en verdriet, maar ook voor het feest.
Wybrand Ganzevoort
Provinciale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht
gepubliceerd 2015