In het Jodendom is het gebruikelijk dat men op de sterfdag van een dierbare (de Jahrzeit) Kaddiesj zegt zowel thuis als in de sjoel (synagoge).
Kaddiesj is een lofgebed en heeft een wonderlijke kracht. Als er één band is die sterk genoeg kan zijn om hemel en aarde te verbinden, dan is dat het Kaddiesj. Het houdt de levenden bij elkaar en slaat een brug naar de verborgenheid van de dood.
Door Kaddiesj te zeggen, spreekt men zijn besef uit van de aanwezigheid van heiligheid in het bestaan van de mens. De ervaring van goddelijke goedheid, van liefde en genegenheid kwam voor een groot deel voort uit alles wat men deelde met de dierbare, die wordt herdacht.
Voordat degene die Jahrzeit heeft, naar voren komt in de sjoel om Kaddiesj te zeggen (en soms zijn het meerdere personen), spreekt de rabbijn de volgende woorden uit:
“Laat ons hen die ons dierbaar waren in onze herinnering terugroepen, hen die reeds uit dit leven zijn weggerukt en de eeuwige rust zijn ingegaan. Wij danken de Eeuwige voor alles wat goed was in hun leven, voor onze verbondenheid met hen die verder reikt dan de grenzen van de dood. Wanneer wij Kaddiesj zeggen en de Naam van de Eeuwige prijzen, geven wij tevens eer aan hun nagedachtenis.
Vandaag gedenken wij met liefde …………. (de naam/namen worden genoemd).”
Dit zijn de woorden van het Kaddiesj:
“Verheven en geheiligd worde Zijn grote Naam in de wereld, die Hij schiep naar Zijn wil.
Moge Hij zijn koninkrijk vestigen in uw dagen en tijdens uw leven en nog in deze generatie van Jisra’eel, spoedig en in de nabije toekomst. Zegt daarop: Ameen.
Moge Zijn grote Naam ten eeuwigen dage worden geprezen.
Geprezen, geloofd en verheerlijkt, hoog verheven, geroemd, bezongen en aanbeden zij de Naam van de Heilige, geprezen zij Hij, boven alle lofprijzingen, liederen en gezangen, en boven alle troost die in deze wereld kan worden uitgesproken, Zegt daarop: Ameen.
Moge er volledige vrede komen vanuit de hemel en leven voor ons en voor heel Jisra’eel.
Zegt daarop: Ameen.
Hij die vrede maakt in Zijn sferen, moge Hij vrede maken voor ons, voor heel Jisra’eel en voor de hele mensheid. Zegt daarop: Ameen.”
Thuis brandt men een Jahrzeit-lichtje. Dat is tegenwoordig een elektrisch lichtje in de vorm van een hartje, waarin een vlam brandt; want zolang wij hen gedenken, blijven zij leven in ons hart.
Tirtzah Middleton,
lid van de Liberaal Joodse Gemeente,
voor de Provinciale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht
gepubliceerd 2014