Naar de Mozesberg
De Mozesberg in de Sinaï is een plaats die ons vanuit de Bijbel zeer vertrouwd is. Maar zo’n berg ervaren, aanraken, betreden, voegt daar beslist een dimensie aan toe. Je beklimt die Djebel Mousa vóór zonsopgang, opdat je op de top de zon kunt zien opgaan. Daarom gaan we reeds om 2 uur ‘s nachts op stap. We wandelen langs het St. Catharina-klooster, gelegen aan de voet van de Mozesberg. Direct daarna stijgt het pad. Het is heerlijk stil, je hoort alleen je eigen voetstappen. Uiteraard hebben we een zaklantaarn nodig om niet te struikelen. We zien een rij lichtjes een stuk boven ons: andere pelgrims die nog vroeger dan wij op pad zijn gegaan. Gestaag lopen we door. Af en toe moeten we even stoppen om op adem te komen. Na verloop van tijd worden we gepasseerd door enkele Bedoeïenen met kamelen, waarop meestal een pelgrim is gezeten. Je kunt zo tot vrij dicht bij de top komen.
Als we weer even rusten, laten we de stilte en de schoonheid van de nacht op ons inwerken: wat lichtjes boven en beneden ons, maar verder alleen de sterren die op ons neerzien. Enkele ondernemende Bedoeïenen hebben halverwege èn praktisch bij de top een eenvoudig onderkomen neergezet, waar o.a. warme thee te koop is. Dat doet goed, want je raakt bezweet door de inspanning.
We komen bij de zogenaamde “boetetrap”. De monniken hebben eeuwen geleden vanaf het klooster een “trap” van grote stenen gevormd naar de top van de berg. Iedereen moet het laatste stuk naar de top via deze boetetrap afleggen. We hebben vier uur over de beklimming gedaan. Het is nog donker als we op de top komen. Het licht begint langzaam door de duisternis heen te dringen. We zoeken een rustig plekje, want er zijn zeer veel toeristen. Op de top is een Grieks-Orthodoxe kapel gebouwd en ook een moskee. Want Mozes is eveneens een heilige voor de Islam. Bij deze moskee kunnen we alleen zijn. Dit is een ontroerend moment: we staan op de plaats waar volgens de traditie Mozes eenmaal de twee stenen tafelen ontving. Later zien we nog de smalle grot, meer een diepe spleet, waar Mozes verbleven zou hebben.
Dan komt de zon boven de horizon. De oranjekleurige bal rijst langzaam omhoog. De kleuren waaieren uit over de omgeving. Ademloos kijken we toe; wat een pracht. De diepe ervaring van de beklimming van de Mozesberg wordt bekroond door deze beleving van de grootsheid van de schepping.
Willem S. Duvekot,
gepubliceerd 2001