Tegenover de Knesset, het parlementsgebouw van Israël, staat een bronzen zevenarmige kandelaar, een Menora. Een geschenk van het Engelse parlement aan de jonge staat Israël, een teken van vriendschap.
De Menora is gemaakt door beeldhouwer Benno Elkan naar het voorbeeld van de gouden kandelaar die in het Heilige stond en door de Romeinen in 70 n.Chr. als buit werd meegevoerd.
De Menora is versierd met 29 afbeeldingen uit de geschiedenis van Israël. Elkan brengt daarin momenten en personen uit het bijbelse verleden in verbinding met gebeurtenissen in het heden. Dàt is gedenken: de daden van God laten spreken in het heden.
Centraal staan de woorden van het Sjema, de geloofsbelijdenis van Israël: “Hoor Israël, de HEER is onze God, de HEER is één”. Deze woorden uit Deuteronomium 6 hebben het Joodse volk door de eeuwen heen gedragen en verlicht. Daarom staat er een stralenkrans omheen.
Daaronder zien we een afbeelding van de opbouw van de staat sinds 1948. Mannen zijn steenhouwers, kinderen planten een boom, vrouwen werken op de akker. Allen hebben één doel: het scheppen van een land, waar kinderen en kleinkinderen vrede en geluk zullen vinden.
Boven het Sjema een aangrijpende afbeelding: strijd en ondergang tijdens de oorlog, het getto in opstand, en daarbij de woorden van Simson: “dat ik met de Filistijnen sterve ..”
Verder omhoog zien wij Ezechiël, ziener tijdens de ballingschap. Hij ziet hoe er leven komt in het dal van de dorre doodsbeenderen. In het licht van dat visioen beleeft Israël het wonder, dat het na de nacht van de Sjoa nog als volk bestaan mag in eigen land.
Daarboven twee vrouwen: Rachel met haar klacht en de belofte van terugkeer (Jeremia 31) en Ruth, overgrootmoeder van David. Hun namen dragen de belofte van de Messias en zijn Rijk. Die belofte is gericht op een toekomst van Sjalom voor Israël én voor de volken van de wereld.
Boven de Tien Woorden van het Verbond zien wij tenslotte Mozes, zijn handen zegenend uitgebreid over zijn volk. Israël is ook in het heden van Gods nabijheid afhankelijk.
Ook via de overige afbeeldingen bepaalt de beeldhouwer zijn volk bij zijn roeping van Godswege, de opdracht in het heden en de hoop op de Messiaanse toekomst.
Niet iedere Jood verstaat zijn geschiedenis op dezelfde wijze. Zo is het ook onder christenen. Eén ding kunnen wij van Benno Elkan leren: wat gedenken is.
Jan de Vries
gepubliceerd 1993