De mens en de tuin
Het verhaal in Genesis 2 en 3 staat bij ons bekend als 船e Zondeval Maar je kunt het ook anders lezen. Ik heb bij een aantal Joodse auteurs gevonden dat ze het lezen als een verhaal van de mens die volwassen wordt. Ze wijzen er op dat het woord zonde pas voor het eerst voorkomt in Genesis 4.
Kennis van goed en kwaad, dat is niet verkeerd, integendeel. Wat moet je dan met het verbod te eten van de boom?
Gaat het aan dat God de mens iets goeds onthoudt, zonder opgaaf van redenen? Is het misschien een les dat het opvolgen van een bevel niet buiten je eigen verantwoordelijkheid omgaat? Je kunt denken aan Abraham, die zijn zoon moet slachten (Gen. 22). Daar moet Abraham toch weigeren? Misschien is het wel de bedoeling dat mensen soms tegen God zeggen: 'Nee, dat doe ik niet'.
Tenslotte moeten we toch volwassen worden. Luilekkerland is een sprookje voor kinderen. Volwassenen weten beter, door schade en schande wijs geworden.
God maakt de mens, stof uit de aarde.
Adem van leven blaast Hij in zijn neus.
God maakt een Tuin, in het Oosten in Eden,
een lusthof vol bomen, goed om te zien.
De mens krijgt een vrouw, een hulp tegenover,
en samengehecht wonen zij in de Tuin.
Een boom van het leven, een boom van het kennen:
God maakt hen nieuwsgierig, zij eten ervan.
Nu weten ze alles, het kwaad en het goede,
het licht en de schaduw, leven en dood.
Zij zien hun behoefte aan kleding, beschutting,
zij schuilen uit schaamte, ze weten zich naakt.
God helpt hen op weg om volwassen te worden,
ze gaan de Tuin uit, ontginnen het land.
De aarde geeft vruchten maar niet zonder zwoegen,
het leven wordt goed, maar niet zonder pijn.
De mensen zijn kwetsbaar, ze kunnen diep vallen,
toch zijn zij bijna de goden gelijk.
Zij zijn verantwoordelijk voor al hun daden,
ze leven onder de zon van het recht,
God breekt de toekomst open voor leven,
Hij wijst hun de weg opdat ze die gaan.
Wybrand Ganzevoort
gepubliceerd 2012