Waarom “Stolpersteine”, struikelstenen, aanleggen? Stenen waarover we kunnen struikelen, niet letterlijk maar wel figuurlijk. Ze herinneren aan de zes miljoen Joden die in de Tweede Wereldoorlog door de Nazi's zijn uitgemoord. Het zijn keien van 10x10x10 cm, bedekt met een messing plaatje waarin naam en geboortedatum gegraveerd is van de persoon die met deze Stolperstein herdacht wordt, alsmede datum en plaats van deportatie. Deze stenen worden geplaatst vóór het huis of gebouw waaruit tijdens de oorlog Joden zijn weggevoerd. In Duitsland, Polen, Oostenrijk en Nederland zijn inmiddels meer dan 20.000 struikelstenen in trottoirs ingevoegd. De Duitse kunstenaar Gunter Demnig heeft ze ontworpen. Deze zoon van Nazi-ouders is vervuld van schaamte over de onmenselijke daden van de Nazi's. Als een soort boetedoening heeft hij deze 'struikelstenen' ontworpen om zo de vele, vele slachtoffers te gedenken. Daarom plaatst hij die stenen ook overal zelf. Demnig krijgt zoveel aanvragen, dat een lange wachtlijst is ontstaan.
Op 8 april 2010 zijn in Utrecht de eerste zes Stolpersteine geplaatst: één aan de Schoutenstraat en vijf vóór het vroegere Joodse weeshuis aan de Nieuwe Gracht. Hier is tegenwoordig de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente in Utrecht gevestigd. Zo'n twintig belangstellenden zien dat twee gemeentelijke stratenmakers enkele stenen uit het trottoir verwijderen om ruimte te scheppen. Daarna plaatst Demnig de Stolpersteine zorgvuldig in die open ruimte, uiteraard op gelijke hoogte als de stenen van het trottoir. De stratenmakers vullen de nog aanwezige open plekken op met enkele stenen. Alles wordt goed vastgestampt: de Stolpersteine zijn geplaatst.
Allen worden uitgenodigd de herdenkingsplechtigheid in een zaal van de synagoge mee te beleven. De chazzan bidt het gedachtenisgebed voor de doden. Een lange lijst met de namen van de weggevoerden wordt gelezen. Op één van de Stolpersteine worden de wezen en hun verzorgers als groep vermeld. Nu worden ze allen bij naam genoemd. Het is indrukwekkend die namen te horen, die bijna alle eindigen met de sterfdatum in Sobibor of Auschwitz. De oproep van Abel Herzberg om te blijven gedenken wordt geciteerd. Ze blijven voortleven in ons midden als we hun namen blijven noemen.
Als we huiswaarts gaan, staan een paar mensen op de struikelstenen met elkaar te praten. Ze zullen zich niet realiseren wat daar geschreven staat. Is dat symbolisch voor de onverschilligheid voor het verleden of voor de ook in onze tijd weer sterk opkomende anti-gevoelens jegens de Joodse gemeenschap?
Willem S. Duvekot
[ingekort door Martha Alderliesten]
gepubliceerd 2010