Voor de christelijke feestkalender lijkt de maan niet zo belangrijk. Toch wordt de datum van Pasen bepaald door de maanstand: de eerste zondag na volle maan na het begin van de lente. Pinksteren is 50 dagen later en wordt dus indirect door de maanstand bepaald, evenals Hemelvaartsdag.
Voor Joden ligt dat anders: de nieuwe maan is de hoeksteen van de feestkalender. De Joodse kalender rekent namelijk met maan-maanden (evenals de islamitische). Iedere nieuwe maan is het begin van een maand.
Drie bekende feesten worden bij volle maan gevierd: Pesach, Soekot en Poeriem (Joods Pasen, het Loofhuttenfeest en het Lotenfeest). Sjavoe'ot of Wekenfeest, is net zo afhankelijk van Pesach als Pinksteren dat is van Pasen.
Joods Nieuwjaar, Rosj Hasjana, het begin van de grote najaarsfeesten, wordt uiteraard gevierd met nieuwe maan.
Nieuwe Maan, Rosj Chodesj, werd vroeger ook als apart feest gevierd. Zodra twee getuigen aan het gerechtshof in Jeruzalem meldden de nieuwe maan te hebben gezien, werd het begin van de nieuwe maand afgekondigd. In de Tempel werden extra offers gebracht, waarvan één een zondoffer was. Nog steeds herinnert een extra gebed in de liturgie op Rosj Chodesj aan die offers in de Tempel. Rosj Chodesj was een dag waarop men niet werkte (Amos 8) en Saul gaf een feestdiner op nieuwe maan (I Samuel 20).
Rosj Chodesj is niet alleen een feestdag maar - gezien het zondoffer - ook een boetedag. Het feestelijk karakter heeft echter de overhand, wat tot uiting komt in een feestelijke maaltijd.
Zoals alle Joodse feesten heeft het feest van de nieuwe maan een diepe betekenis.
Religieuze Joden vatten de maancyclus niet op als een cirkelgang van opkomen, blinken en verzinken, maar als opkomst, verval en wedergeboorte. De continuïteit van het leven staat centraal. Het is een voortdurend herbeginnen van de schepping. Zoals de maan zich vernieuwt, uit de duisternis aangroeit tot vol, zo worden wij aangespoord ons te vernieuwen door omkeer te doen en ons leven opnieuw af te stemmen op de Schepper en in Zijn licht te gaan staan.
Daarmee is een ander aspect van Rosj Chodesj gegeven: de wassende maan staat symbool voor het herstel van de 'gebroken' kosmos en de verlossing van alle mensen. Zo verwijst de sikkel van de nieuwe maan naar de messiaanse tijd.
Rosj Chodesj is een bijna-vergeten feest, maar het staat symbool voor nieuwe hoop als alles donker is.
Martha Alderliesten
gepubliceerd 2011