{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland



Het begrip “Israël” kent een aantal betekenissen. Volgens een synodale handreiking uit 1995 is het een volk, een land, en een staat.
Wie dit hoort, denkt dat het volk Israël in het land Israël woont en daar de staat Israël vormt. Het merkwaardige is, dat 'het volk Israël' een bijbels begrip is dat door christenen nog steeds gebruikt wordt als aanduiding voor de Joden. De inwoners van het land Israël heten echter Israëli's, inclusief die met Palestijnse achtergrond!
Vaak leidt dit tot verwarring. Het is dus zaak om altijd heel goed te zeggen waar je het over hebt als je de term “Israël” gebruikt.

Een soortgelijke verwarring bestaat er over wat de kerkorde zegt over de relatie met het volk Israël (dus: met de Joden).
Iedereen weet dat Jezus een Jood was en dat de kerk voortkomt uit de Joodse traditie. Paulus noemt dat 'enten': u, heidenen die christenen zijn geworden, zijn als loten van een wilde olijfboom geënt op de edele olijfboom. (Romeinen 11:17.ev)
Dat is de verbondenheid van de kerk met het volk Israël. Die verbondenheid is 'onopgeefbaar', zoals ook het kind-zijn van je biologische ouders 'onopgeefbaar' is, of je wilt of niet.

Vaak hoor je zeggen “de kerk is onopgeefbaar verbonden met het volk Israël”. Dat is juist, maar zeggen dat de kerk 'onopgeefbaar verbonden' is met b.v. de christen-Palestijnen gaat over een ander soort verbondenheid.

Ook wordt vaak gedacht, dat daarmee de strekking van de kerkorde juist weergegeven is. Maar dat is niet zo. Het eerste deel van kerkorde-artikel 1-7 luidt letterlijk:

"De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.”
(accentuering M.A.)

De roeping is niet de verbondenheid, maar het gestalte geven daaraan. Dit betekent dat die verbondenheid geen discussiepunt is, maar een gegeven; die is immers 'onopgeefbaar'.
De kerkorde wil dat de kerk actief en dynamisch is, door in de actualiteit gestalte te geven aan die verbondenheid. Dat is méér en vraagt een andere houding dan met de mond belijden dat de verbondenheid onopgeefbaar is. Het is het verschil tussen passief een positie hebben en actief iets doen. Een groot verschil!


Martha Alderliesten


gepubliceerd 2011