{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Onopgeefbare verbondenheid


Langzaam werd de omvang van de massamoord op het Joodse volk in Europa bekend. Steeds kwamen er nieuwe feiten bij. Er ontstond behoefte om na alle verschrikkingen een teken van verbondenheid te geven. Verklaringen van Kerken kwamen stand. Een schokgolf, ontstaan na de ontdekking van dat eerste stilzwijgen. Deze bezinning bracht veel literatuur voort. Wat weten wij nu veel meer dan zo'n vijftig jaar geleden, over dat Joodse volk en zijn ongelukkige geschiedenis in christelijk Europa.

In deze tijd is in Nederland een nieuwe Kerkorde ontstaan, als grondslag voor de Samen op Weg Kerken, (en later de Protestantse Kerk in Nederland – red). Het eerste artikel spreekt van een “onopgeefbare verbondenheid van de kerk met Israël” (*). Maar hoe vul je dat in, zestig jaar en langer na die moordaanslag? Die is voor de meeste van ons geen ervaringsfeit meer. Toch betreft die verbondenheid de grondslag van onze kerk, volgens de Kerkorde. Of ziet men dat te zwaar en betreft het alleen een thema, naast andere belangrijke thema’s, die in de kerk aan de orde dienen te komen? Wat heeft de kerk in feite te maken met Israël?

Wat betekent eigenlijk die notie “Israël”? Het volk Israel? Het land, de staat Israël? Het geloof van Israël? Wat betekent het als je zegt: “Ik ben verbonden met Israël”? Er zullen mensen zijn die in hun hart denken: “Ik voel me met geen van vieren verbonden”. Maar dan is er ook nog het boek van Israël: de Tenach, wat wij Oude Testament noemen. Wat valt daarover te zeggen? Zijn wij misschien door het boek met Israël verbonden? “Nee”, zeggen de Joden nadrukkelijk, “want jullie denken erover baseert zich op het Nieuwe Testament en ons denken baseert zich op de Talmoeduitleg.” En toch… Hoe je ook denkt over Israël - volk, geloof, land of staat – dat Boek dwingt ons tot die “onopgeefbare verbondenheid”. Het Boek is in de Hebreeuwse taal en vanuit de Hebreeuwse gedachtenwereld geschreven: Jezus’ gedachtenwereld.

Over dat boek zijn wij christenen nog lang niet uitgedacht. Trouwens, ook de Joden niet. Het spreekt over God, die God met de onnoembare heilige Naam, die zijn heerschappij op deze aarde wil vestigen, zodat eeuwige vrede zal heersen. Dat Koninkrijk verwachten wij beiden, en wij werken er beiden aan om het te dienen. Het Joodse volk op zijn manier, wij op de onze. Naast elkaar en hopelijk ook steeds meer met elkaar, in verbondenheid. Tot dat Koninkrijk door zal breken en de tranen van ieders ogen zullen worden gewist.


Machteld de Goederen


(*) noot van de redactie:
De oorspronkelijke formulering 'onopgeefbare verbondenheid met Israël' is later gewijzigd in 'onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël'.



gepubliceerd 1999