{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Joods leerhuis: een traditie van permanent leren


Vragen stellen is een essentieel element in het Joodse leerhuis. Wie geen vragen stelt kan geen nieuwe informatie verwerken en wie geen vragen verdraagt kan niets overdragen.
In Joodse leerhuizen wordt veel informatie gegeven die voor niet-Joodse mensen vaak verrassend overkomt. Het kennismaken met oude en hedendaagse Joodse bijbel-commentaren nodigt niet alleen uit tot zelfonderzoek, maar vraagt eveneens om mijn reactie als christen.
Hoe is mijn reactie op de Tora in deze generatie, in mijn leven, in mijn situatie?
Deze wijze van vertrouwen in en worstelen met de Eeuwige is voor het Joodse volk van vandaag niet veranderd. Het vertrouwend worstelen om de Tora een plaats te geven in het leven van alledag heeft nog steeds de hoogste prioriteit in het traditionele Jodendom. Daarom moeten wij, christenen, blijven opletten bij het gebruik van woorden als ‘oude’ verbondsvolk, ‘oude’ testament, en: in Israël ‘was’ dit of dat ...
Oude en hedendaagse bijbelcommentaren klinken ook in het tijdschrift Tenachon, een uitgave van de B. Folkertsma Stichting. Daarin wordt bijvoorbeeld de vraag gesteld (Tenachon bij de Tora, p. 392):

Kan de mens God zegenen?

“In Deut. 8:10 ontmoeten we voor het eerst de verplichting van de mens om God te zegenen. [...] Velen achten het ongerijmd dat de mens God zegenen kan en vertalen de woorden waarmee de berachot [zegeningen] beginnen niet met ‘Gezegend Gij, Heer onze God’, maar met ‘geloofd’, of ‘geprezen’, ook al wordt daarbij hetzelfde werkwoord gebezigd.
S.R. Hirsch acht dit een overdreven bescheidenheid: ‘Wanneer God de vervulling van Zijn wil afhankelijk stelt van de vrije keuze van de mens, zegt Hij in feite: Zegen Me, bevorder Mijn bedoelingen, vervul Mijn wensen, realiseer Mijn plan, zegen Mijn werk, waarvan Ik de voltooiing op aarde in jullie handen heb gelegd. En wanneer Joden zeggen baroech ata [‘gezegend Gij’] geven ze Hem te kennnen al hun krachten te willen wijden aan de vervulling van Zijn plan. Zo bezien drukt baroech ata de grondgedachte uit die in het Joodse leven tot werkelijkheid moet worden gebracht. De hele Tora leert ons niet anders dan dát we Hem kunnen zegenen en hóe we dat moeten doen. De vertaling ‘geloofd’ of ‘gedankt’ verduistert de werkelijke bedoeling.’
In het Nederlands kunnen we de bedoeling van het woord ‘zegenen’ weergeven met ‘beamen’: God en mens beamen als het ware elkaar; en ouders die hun kinderen zegenen, beamen hun betekenis en hun onmisbaarheid.”


Meta van der Lee


gepubliceerd 2001

noot van de redactie:
de B. Folkertsma stichting voor Talmudica heet inmiddels Stichting PaRDeS.