{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Jeruzalem in de Joodse liturgie


Zoals het Jodendom altijd een godsdienst én een manier van leven is geweest, zo is Jeruzalem altijd een religieus én een politiek centrum gebleven. Ook na de verwoesting in het jaar 70, bleef de stad zijn betekenis houden. De eeuwen door heeft de Joodse gemeenschap gebeden voor Jeruzalem: 's morgens en ’s avonds na het Sjema (“Hoor Israël”, Deut. 6), tijdens het Achttiengebed, bij feest- en treurdagen enz. Enkele voorbeelden:

De gebeden in de synagoge worden uitgesproken in de richting van Jeruzalem, ter herinnering aan de Tempel. Zo is de Tempel nog steeds het middelpunt van Israëls gebeden en gezangen. Voordat de arke in de synagoge geopend wordt, bidt men:
"Genadige Vader, Handel mild met Sion, Herbouw de muren van Jeruzalem...”

In het Kaddiesj gebed (het gebed bij een sterfgeval) staat: “wanneer Hij de stad Jeruzalem herbouwt en daar Zijn Tempel praalt”.

In het vieren van de sjabbat vindt men als het ware Jeruzalem terug: “Koninklijk heiligdom! Stad der goddelijke regering, treedt naar buiten uit de verwoesting. Genoeg hebt gij in het dal van het geween vertoefd; Hij komt zich weer over u ontfermen”.

In de liturgie van de Joodse feesten wordt verwezen naar Jeruzalem. Na afloop van de Pesach-maaltijd wordt gezegd; “Jij God, wil de gemeenschap van je volk herstellen en de delen van je volk spoedig in eeuwige vrijheid samenbrengen in vreugde in Sion.” Daarna wordt gezongen: "Volgend jaar in Jeruzalem”.
Dat wenst men elkaar ook na Grote Verzoendag.
Tijdens de 9e Av gedenkt men de val van Jeruzalem en de Tempel in de liturgie.

Na de besnijdenis wordt een maaltijd gehouden en wordt gezongen:
“… toen de Heer de gevangenen van Sion deed weerkeren".

Tijdens de huwelijksvoltrekking onder de Choepa wordt een glas gebroken omdat je de verwoesting van Jeruzalem niet mag vergeten.

Het tafelgebed zegt: “… en wil Jeruzalem bouwen, de heilige stad, spoedig in onze dagen...
Ook God zelf bouwt aan Jeruzalem, er staat “Gezegend Jij die Jeruzalem bouwt.”

Als in het Jodendom voor herstel van Jeruzalem en de Tempel wordt gebeden, gaat het niet (alleen) om de herbouw van Jeruzalem. Men wenst dat er een spoedig einde zal komen aan de ballingschap, zodat het volk thuis zal komen. Eens zal God een plaats hebben tussen de mensen; dan zal Jeruzalem een bedehuis geworden zijn voor alle volken, om in vrede, recht en gerechtigheid God te dienen op de plaats die Hij daarvoor heeft aangewezen (Zacharia 8).


Sippy Klercq


gepubliceerd 2007