{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Over gebed en ‘kawwana’ (innerlijke toewijding)


Toen ik las in het boek ‘In het licht van Zijn Aangezicht’ van de Joodse denker Abraham Heschel stuitte ik op het woord ‘kawwana’. (*) Het wil aanduiden hoe de mens zonder de innerlijke toewijding niet werkelijk kan bidden. Of zoals wel wordt gezegd: “Gebed zonder kawwana is als een lichaam zonder ziel.”
De vraag die ik mijzelf stel is of wij als christenen iets kunnen leren van de werkelijkheid die het woord ‘kawwana’ wil beschrijven, namelijk dat het gebed dat vergezeld gaat van de innerlijke toewijding is ‘als een plant die opschiet uit de akker van het leven.’ Het betekent tevens dat oppervlakkigheid en gemene daden de wortels van het gebed van morgen aanvreten.
Hoe kunnen we die innerlijke toewijding voeden om zo te komen tot een eerlijker en intenser gebed?
Wij kunnen heel veel nadenken en toch is dat niet hetzelfde als bidden. Met het gebed naderen we de onnoembare Aanwezigheid van de Allerhoogste. Onze eigen wijsheid wordt als het ware onder de kritiek gezet van God, die door het gebed iets van Zichzelf laat oplichten.
De innerlijke toewijding richt het hart op God. De tijd die de mens is gegeven staat hij voor een deel af aan de Eeuwige. Dat is de grootste toewijding die een mens kan brengen aan zijn Schepper: tijd en aandacht.


Joep van den Berg


(*) redactionele noot:
Kawwana is van huis uit een chassidisch begrip. In de 18e eeuw vormden de chassidiem een kritische beweging ten opzichte van het wat formalistische, wettische jodendom van de rabbijnen (die terug te voeren zijn op de vroege farizeeën) en waar het gewone volk weinig deel aan had.


gepubliceerd 1998