{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Jeruzalem - stad van vele namen


Jeruzalem raakt ons. Wie er meer van wil weten kan het boek ter hand nemen van Karen Armstrong, Jeruzalem - een geschiedenis van de Heilige Stad (uitgave Anthos, 1996).
Hierin probeert zij te ontdekken wat Joden, moslims en christenen bedoelen als zij zeggen dat deze stad voor hen “heilig” is, hoe de stad een symbool werd dat uitwijst boven het gewone krachtenspel van de geschiedenis. Zij vertelt daartoe de geschiedenis van deze stad, aan de hand van de vele namen die Jeruzalem in de loop van de vele eeuwen kreeg: Salem, het Jebusitische Sion, Jeroesjalajiem, de stad van David.
Tijdens de Grieks-Syrische overheersing bedenkt koning Antiochus Epiphanes voor Jeruzalem de naam ‘Antiochië in Judea’. Na de tweede Joodse Oorlog krijgt de stad van de Romeinse keizer Hadrianus de naam Aelia Capitolina. En dan onder de Byzantijnse keizer Constantijn de Grote heet ze Hierosolyma (Latijn: Jerusalem).
Na de verovering door de moslims, in 638, heet de stad Beit-al-Makdis (= huis van het heiligdom), en Al Koeds (= de Heilige). In de periode van de kruisvaarders wordt aan Joden en islamieten de toegang tot de stad ontzegd. Daarna komt Jeruzalem onder Osmaanse heerschappij, die zal duren tot 1917.
Deze namen weerspiegelen de bewogen geschiedenis van een stad waarin tot heden Joden, moslims, christenen en anderen samen leven. In deze stad is veel bloed gevloeid, onder heilige tekenen! Wanneer u Jeruzalem bezoekt, komt u in aanraking met allerlei brokken geschiedenis. Zelden las ik een boek dat deze brokken zo overzichtelijk in een historisch perspectief plaatst.
Het is jammer dat de schrijfster, die bepaald geen vreemdelinge in Israël is, de vier letters van de Gods-naam weergeeft op een wijze die voor vele Joden kwetsend moet zijn, maar dat doet niet af aan mijn waardering. Zij doet haar lezers nadenken over het geheim van deze stad, waarvan psalm 87 zegt: Over u zijn heerlijke dingen te zeggen ....


Jan de Vries


gepubliceerd 1997