{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Een Psalm voor Ester


Toen David na de dood van Absalom terug ging naar Jeruzalem spaarde hij het leven van Simi (2 Samuël 19:20vv). Volgens de Talmoed (bMeg 13a) was dat omdat David voorzag dat Ester en Mordechai later een belangrijke rol zouden spelen in de verlossing van Israel, en zij waren nakomelingen van Simi (Ester 2:5).
Daarom, zo zegt Rabbi Moshe Alshich (1508-1593), een vermaard prediker in zijn tijd, heeft David voor Ester een psalm gedicht: Psalm 22.
U kent het verhaal van koningin Ester. Haman die het volk wilde uitroeien en de koning meekreeg. De nood was hoog, zo hoog dat de Joden in Susan gingen vasten ook al was het het feest van Pesach. Ze voelden zich van God verlaten, bedreigd door de Perzen. En Ester ging naar de koning. Dat was een heel waagstuk, en ze was doodsbang. Het vers Psalm 22:15 Ik ben uitgestort als water, mijn beenderen zijn verspreid, mijn hart is als was, gesmolten in mijn ingewand doet de uitleggers zeggen dat ze er een miskraam van kreeg. Ze moest tussen de hovelingen door en die zagen het met haar al mislopen en ze verdeelden de buit al, de kleren en de juwelen die ze droeg (vs 19). Maar als ze bij de koning komt is hij haar welgezind, en ze ervaart dat als gebedsverhoring:
Gij hebt mij geantwoord! En als reactie, in dankbaarheid: Ik zal Uw Naam aan mijn broeders vertellen, in het midden van de gemeente zal ik U prijzen (vs 22).
Zo wordt Psalm 22 gelezen als een Psalm voor Ester, en gebruikt als een passende Psalm voor Poeriem.
Dat valt wel even op als je dat voor het eerst ziet. We zijn immers gewend deze Psalm te lezen als verwijzend naar Jezus. De Statenvertaling zet het er ook boven: Een Profetie van Christus’ lijden. Is dat dan fout?
Ik denk het niet. Zo’n lied als Psalm 22 kan telkens weer herkend en toegepast worden. Het past heel goed bij de moeilijke weg van Ester en de verlossing die God daardoor gaf aan Zijn volk. Het past ook heel goed bij Jezus en zijn moeilijke weg, en ook bij hem was het God die antwoordde en verlossing gaf. In beide gevallen ligt het hoogtepunt en de omslag in Psalm 22: 22: Gij hebt mij geantwoord, en dan volgt de lofzang.
Geen woord, geen profetie heeft maar één betekenis, elke morgen klinkt het woord weer nieuw, telkens weer wordt het vervuld, voller van betekenis.


Wybrand Ganzevoort


gepubliceerd 2006