Op je hart binden
Als we iets erg belangrijk vinden, doen we dat wel eens bij onze kinderen: het op hun hart binden. Dan gaat het om regels waar ze beslist niet van af mogen wijken. Maar kun je dat doen? Stel je het voor: met een lint een doosje op het hart binden? Dat gaat niet goed, daarvoor zit ons hart te diep weggeborgen.
Toch is dat wat bij het Joodse gebed hoort, en wat ze concreet doen.
In een viertal teksten wordt dat voorgeschreven, zoals in Deuteronomium 11:18 “Gij zult mijn woorden in uw hart en uw ziel leggen en gij zult ze tot een teken op uw hand binden en zij zullen een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn.”
Op je hart èn je hand binden en op je voorhoofd. Dat kan en dat gebeurt dus.
Volwassen mannen, doen voor het ochtendgebed de gebedsmantel aan en ze leggen de tefillien aan:
een leren doosje - met daarin op perkament geschreven de vier teksten met de opdracht [Exodus 13:9 en 16, Deuteronomium 6:8 en 11:18] - wordt met een leren riem op de linker bovenarm gebonden, bij het hart dus, en daarna wordt de riem op een speciale manier om de hand heen gewikkeld. Een tweede doosje wordt op het voorhoofd gebonden.
Dat is meer dan een curieuze oude gewoonte. Als een Jood dat doet, bevestigt hij daarmee dat hij bij het Israël hoort en dat hij die traditie wil voortzetten. Het is ook een concreet opvolgen van de voorschriften. Zo is het geboden en zo willen wij doen. Daarmee stelt hij zich aan het begin van de dag tijdens het ochtendgebed voor God.
Je kunt natuurlijk bidden zonder die speciale dingen, je kunt je in elke toestand en in alle omstandigheden tot God richten, zeker, maar als je daarvoor kunt voorbereiden, is het gemakkelijker om je te concentreren.
Het helpt bij de concentratie en het bepaalt een Jood iedere dag weer bij de essentie: God heeft ons geheiligd door Zijn geboden, om ons te leren leven. Ook deze gewoonte helpt dus bij het heiligen van het leven.
Wybrand Ganzevoort
gepubliceerd 2006