{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Pesach: Joods Pasen

Ook al was er vroeger met al het stof van de kachel stoken reden tot grote schoonmaak, toch is die schoonmaak niet alleen typisch Hollands, maar ook typisch Joods. Voor Pesach wordt het huis met bezemen gekeerd, want er mag geen kruimeltje gist of deegwaar met gist in huis zijn (Exodus 12:15). De avond vóór Pesach, wordt het huis doorzocht of er nog ergens iets gegists ligt. Vaak wordt daar een spel voor de kinderen van gemaakt en zijn er toevallig-expres bv. broodkorsten achtergelaten (liefst in papier of plastic verpakt om morsen te voorkomen!). Wat er aan ‘verboden waar’ is, wordt buiten verbrand. Een week lang wordt immers alleen ongegist (= ongezuurd) brood gegeten, de welbekende matzes. Dat ter herinnering aan Egypte: er was geen tijd om deeg te laten rijzen, toen de Joden zo plotseling uit Egypte trokken.
Zoals u ongetwijfeld weet, herinnert het Pesach-feest aan de uittocht uit Egypte, de bevrijding uit het doodshuis van de slavernij. Toen als laatste van de plagen, de doodsengel door Egypte trok, ging hij voorbij aan de huizen van de Joden waar op last van Mozes het bloed van een bokje aan de deurposten gestreken was. Pesach betekent: voorbijgaan.
Het Pesach-feest begint met de seder-maaltijd. Vaak worden daarvoor gasten uitgenodigd. De seder-maaltijd heeft een vaste liturgie, de Pesach-haggada. Vijftien onderdelen zijn er, vijftien ‘stappen’, corresponderend met de vijftien treden die de Levietische zangers in de tempel bestegen. Eén van die onderdelen is de vraag van het (jongste) kind: “Waarom is deze avond anders dan alle andere avonden?” Pas als die vraag is gesteld, kan het verhaal verteld, de traditie doorgegeven worden: “Wij waren slaven in Egypte...”
Op vier vaste momenten wordt wijn gedronken; de laatste beker noemen wij “de beker der dankzegging”. Tijdens de maaltijd leunt men achterover in de stoel, als vrije mensen.
In die seder-maaltijd zitten allerlei elementen verwerkt van het verhaal uit Exodus. Zo staat de matze voor de haast, er zijn bittere kruiden (vaak mierikswortel) als herinnering aan de bittere tijd en de slavenarbeid, er ligt een geroosterd botje op de schotel als herinnering aan het geslachte bokje en een hardgekookt ei als herinnering aan de extra feestoffers in de tijd van de Tempel.
Bij de maaltijd horen een aantal Psalmen: Psalm 113 en 114 gaan aan de maaltijd vooraf en gedenken de uittocht uit Egypte. Na de maaltijd volgen de Psalmen 115-118, waarover een messiaanse glans ligt.


Martha Alderliesten



gepubliceerd 2001