{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Zal ik u de tefilien leggen? We zouden wellicht vreemd opkijken als we op straat zo aangesproken werden door een vrome chassied die uitnodigend met gebedsriemen in onze richting gebaarde. In New York gebeurt het wel dat vrome Joden de assimilatie van hun geseculariseerde medebroeders proberen tegen te gaan door ze op een drukke boulevard met deze vraag te benaderen. Is dat dan zo belangrijk? Elke doordeweekse ochtend de riemen omwinden en bijbehorende zegenspreuken zeggen?

Er kwamen eens assimilanten in gesprek met Maimonides.
"Ach", zeiden ze, "we hebben weinig gevoel voor het G'ddelijke. En de oorzaak daarvan is ons niet duidelijk."
"Jullie eten treife voedsel", antwoordde Maimonides. "Jullie hart en hersenen leven daarvan. Jullie leggen de tefilien niet, en je weet niet in welke richting Jeruzalem ligt. Hoe kun je dan verwachten gevoel en begrip voor het G'ddelijke te hebben?"

Het omwinden van gebedsriemen is een onderdeel van Joods leven, een element dat op zijn beurt bijdraagt aan het Joodse levensgevoel, evenals mezoezot aan de deur, kasjroet in de keuken, de make-up van de sjabbat, het uitspreken van de zegenspreuken, enz. Een huisvrouw in de supermarkt kijkt niet eerst naar de prijs van een product, maar naar het koosjer-merk. Op een logeeradres zoekt iemand eerst waar het oosten is.

Technisch gesproken betekent het leggen van de tefilien dat men een tweetal riemen aandoet: de arm-riem, beginnend met het tekstdoosje op de bovenarm en via de onderarm uiteindelijk zo dat op de hand de letter sjin verschijnt;en de hoofd-riem met het teksthuisje op het voorhoofd. Tijdens deze handeling zegt men prachtige verzen uit Hosje'a: “Ik verbind je aan Mij voor altijd. Ik verbind je aan Mij in gerechtigheid en recht, in liefde en ontferming.”

De tefilien hebben een betekenis die samenhangt met de teksten in de doosjes: G'd is Heer en Meester over alles wat op aarde geschiedt. G'd is volmaakt Een en Enig. Buiten Hem bestaat er niets. Op de perkamenten strookjes staan Sjemot (Exodus) 13:1-10 en 11-16 en Dewariem (Deuteronomium) 6:4-9 en 11:13-21. Het leggen van de tefilien zet een geestelijk proces op gang dat een harmonie tussen gevoelens en verstand, een gevoel van innerlijke rust schept. Eerst de riem om de hand, dan de hoofdriem: “we zullen doen en we zullen horen”, eerst de daad, daarna het begrip.

Mag ik u overigens vragen de teksten na te lezen?


A.J. van Dijk


gepubliceerd 1992