Wanneer er een duivel bestaat, is hem er alles aan gelegen het Joodse volk uit te roeien. Het heil van God komt tot ons via Israel, via de Joodse profeten, de Joodse apostelen en bovenal door Jezus, de Jood. In de brief aan de Romeinen schrijft Paulus: ‘Aan hen zijn de woorden van God toevertrouwd’ en ‘de genade en de roeping van God zijn onberouwelijk.’
Is dit het, jaloersheid die tot haat tegen de Joden leidt?
Ook binnen de christelijke kerk is er antisemitisme. Het is daar zelfs al heel oud! Omstreeks 150 roept bisschop Melitto van Sardes in een Paaspreek de Joden toe: “Gij hebt de Heer verlaten, daarom hebt gij geen erbarmen bij Hem gevonden. Gij hebt de Heer te gronde gericht, daarom zijt gij zelf geheel te gronde gericht, en ligt daar nu terneer.”
Dit anti-judaisme is geen uitzondering: felle anti-Joodse preken van de beroemde kerkvader Johannes Chrysostomos eind 4e eeuw leidden tot anti-semitische uitbarstingen.
We lezen het in het standaardwerk van dr Hans Jansen ‘Christelijke Theologie na Auschwitz’ (1981) en de schrik slaat ons om het hart. De Jodenvlek (voorloper van de Jodenster) is een uitvinding van het 4e Lateraans Concilie in 1215 in Rome. De kruistochten beginnen met moordpartijen in de Joodse ghetto’s langs de Rijn.
Luther heeft de Joden alle eer, alle waarde, elk bestaan ontzegd in zijn infame schotschrift 'Von den Juden und ihren Lügen'. Deze oude traditie ligt in het hart van de kerk en maakt haar weerloos als Hitler opkomt. De Duitse bisschoppen gaan bij hem klagen over de Neurenberger wetten, maar de Führer antwoordt: “Maar mijne heren, ik doe niets anders dan wat uw kerk al eeuwen heeft gedaan.” En hij had gelijk.
Het bestrijden van het anti-semitisme is een wezenlijke taak van de christelijke kerk. Juist van de christelijke kerk! Het is een goede zaak, dat de Hervormde Synode indertijd officieel heeft vastgelegd, dat tot het wezen van de kerk behoort “het bevorderen van het inzicht in wezen en vormen van het antisemitisme en het bestrijden ervan.”
Dat laatste is - in de taal van de kerkorde - een krasse uitdrukking, maar het is nodig. Er valt op dit terrein nog veel werk te verzetten.
Kees den Breejen
ingekort door Wybrand Ganzevoort
gepubliceerd 1991