De Joodse dichters van de psalmen laten niet alleen in woorden maar ook in vorm zien dat de lof aan God hun boven alles gaat. Die lof krijgt vorm door een heel precieze woordkeus waarin de getalswaarde van de letters een grote rol speelt. Ik spel graag met de lezer psalm 136 bij wijze van voorbeeld.
Niet alleen zijn het lovende woorden met steeds het refrein: ‘want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid’, maar de lof blijkt ook uit een andere laag, die van de getallensymboliek. De grote Godsnaam, het tetragrammaton (met de letters jod=10 {of 1+0=1}, he=5, waw=6, he=5) kent, volgens de ‘gewone’ getalswaarden van de Joodse letters, twee belangrijke waarden: 26 en 17 (zie de optelling van de letterwaarden van de Godsnaam). Het kan niet missen dat Psalm 136 mede rond deze waarden is gecomponeerd, met name rond de belangrijkste: het getal 26.
Dat 17 een belangrijke verwijzing naar de Eeuwige is, staat letterlijk in de eerste regel van de psalm. Loof de Eeuwige, want Hij is goed. Of, letterlijker: Eeuwige, want (=is) goed. In het Hebreeuws met getalwaarden: 17, en tov = teth(9)+waw(6)+beth(2) 0f: 17 =17. De Eeuwige is gelijk aan goedheid!
Het draait in de psalm 136 echter hoofdzakelijk om de ‘eerste’ goddelijke waarde: 26. Allereerst valt in dit kader op dat de psalm 26 verzen kent. Met 26 keer het refrein: ‘Want voor eeuwig is zijn goedgunstigheid’. Het laatste woord van dit refrein is een uitermate belangrijk woord in de psalmen, het betreft hier wellicht het belangrijkste kenmerk van de Eeuwige: chesed (cheth=8, samech=60, daleth=4). Het gaat echter niet om gunst als algemeen kenmerk, ook mensen kunnen goedertierenheid uitstralen, maar om Zijn gunst: chesdo, met een toegevoegde waw (=6). Het totaal van chesdo levert dan als waarde op: 78. Maar 78 = 3 x 26! Dus in het laatste woord van elk refrein wordt 3 x naar Zijn Naam, naar Hemzelf verwezen. Hij die drievoudig in eeuwigheid zal bestaan en met recht dus de Eeuwige genoemd mag worden. In totaal wordt dus in het refrein als directe verwijzing 26 x 3 x 26 = 78 x Zijn Naam geloofd.
Bij nader onderzoek zijn er nog meer speelse verwijzingen te ontdekken. De eventuele betekenis van de symboliek laat ik aan de lezer, of aan de zanger, over. Vs. 26: De God van de hemelen (sjien=300 + mem=40 + jod=10 + mem=40 = 390 = 15 x 26). Of vs. 25: Hij geeft brood (lamed=30 + cheth=8 + mem=40 = 78 = 3 x 26).
Ik wens dat we allen, in navolging van de Joodse gelovigen, dagelijks Psalm 136 met mond en hart mogen zingen tot Zijn eer.
Piet Booij
© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht