{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland



In het Jodendom wordt de eschatologische droom van Jeruzalem nooit losgemaakt van een concreet, aards Jeruzalem, hoewel men wel gedachten heeft over een ‘hemels Jeruzalem’.
De niet-Joodse christenen zagen na de val van Jeruzalem en de tempel, en na de nederlaag van Bar Kochba, de rol van het aardse Jeruzalem als uitgespeeld. In hun visie had God mét Jeruzalem, het Joodse volk definitief verstoten. Rome werd het middelpunt van de Kerk en het aardse Jeruzalem werd vervangen door een hemels, dit werd het zinnebeeld van 'de Kerk'. De verwachting van een hemels Jeruzalem werd veel belangrijker dan de belangstelling voor het aardse Jeruzalem.

De ontstane christelijke kerk heeft wel het een en ander overgenomen van de Joodse liturgische traditie. Het gebruik van de Psalmen, die in het Jodendom een plaats hadden in de tempelliturgie, is daarbij het meest in het oog springend. In eerste instantie heeft men veel gelezen uit het Oude Testament, in toenemende mate werden de brieven en de evangeliën uit het Nieuwe Testament gebruikt. Liederen werden gebaseerd op Psalmen en op Bijbelverhalen.

Het ‘hemelse Jeruzalem’ werd al snel opgenomen in de liturgie van de jonge kerken. Dit 'Jeruzalem' was weliswaar de eindbestemming voor een christen, maar deze zou door in de kerk te wonen als het ware ook in de hemel wonen. Deze visie is eveneens terug te vinden in de kerkgebouwen (kathedraal van Chartres). De liturgie van de kerkwijding die in de middeleeuwen tot stand kwam, identificeerde kerk, kerkgebouw en Jeruzalem met elkaar. Las men in de Psalmen over Israël of Jeruzalem, dan had dat niets met het aardse Israël of Jeruzalem te maken maar met de Kerk en de gelovigen zelf. Zo zijn Israël en Jeruzalem metaforen geworden in de christelijke liturgie en in het geloofsleven. Ook in de geloofsbelijdenis(sen) wordt niet gesproken over het aardse Israël of Jeruzalem!
In de gezangen wordt vooral het ‘hemelse Jeruzalem’ bezongen; een enkele keer wordt een toespeling gemaakt op het aardse Jeruzalem.

Gezang 41 is gebaseerd op Zacharia 8:
“Eens zullen de volken u eren,
o volk dat Ik heb gesticht;
eens zullen die 't aardrijk regeren
tot Mij en elkaar zich bekeren, -
dan wordt in mijn stad spreekt de Here,
't verzoeningsmaal aangericht.“


Sippy Klercq


gepubliceerd 2007

N.B. Het genoemde gezang 41 in het Liedboek voor de Kerken is gezang 770 in het (nieuwe) Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk.