{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland



Vorige keer hebt u kunnen lezen over wat je zou kunnen noemen “gebedsregels”. Nu dan een paar woorden over gebeden.
In principe zijn er twee soorten: vrije gebeden en formuliergebeden. Doorgaans, en vooral in protestantse kringen, slaat men het vrije gebed hoger aan dan het formuliergebed.
In de Bijbel vinden we veel vrije gebeden – o.a. in de psalmen, bij Mozes, Hanna, Salomo, de profeten en Jezus – maar deze gebeden zijn uitgesproken door leiders en voorgangers. Een vrij gebed is moeilijk, daarover moet worden nagedacht en het moet zorgvuldig worden opgesteld en de regels moeten telkens in de gaten worden gehouden.
Leerlingen hebben hun meesters vaak gevraagd: “Heer, leer ons bidden”, en dan werd hun een gebed aangereikt. Zo ook het “Onze Vader”.
Er zijn dus formulier gebeden gemaakt om gelovigen, die voor het aangezicht van de Eeuwige willen naderen, te helpen.
Over formuliergebeden zegt Abraham Heschel het volgende:
“Waarom zou men bij het uitspreken van een formuliergebed het gevoel hebben alleen maar na te praten wat anderen voor ons hebben uitgesproken? Heeft een pianist die werken van grote meesters speelt het gevoel niets te presteren? Integendeel: hij zal zijn muzikale gevoeligheid er aan verdiepen en verrijken. Wie piano speelt, vindt uiteindelijk meer bevrediging in het spelen van meesterwerken dan in eigen improvisaties. Meestal loopt men al improviserend al gauw dood tegen de grenzen van zijn eigen beperkte creativiteit en men begint te herhalen en te vervlakken. Zou dat niet gelden voor het gebed? Er gaat meer inspiratie uit van het weergeven van de muziek van eeuwen, dan van het spelen op de gebrekkige fluit van het eigen hart. Het is goed dat er woorden zijn, die zijn geheiligd door eeuwen van gebed, door eerlijkheid en liefde van veel generaties.”
Formuliergebeden zijn ook belangrijk omdat ze gemeenschappelijk gebeden kunnen worden, zelfs in verschillende ruimtes en wel op dezelfde tijd. Het is in het Jodendom regel, dat je je moet verbinden met de gemeenschap en dat je niet alleen mag bidden als er gelegenheid is dit samen te doen. Een mens mag zich niet afzonderen van de gemeenschap, dat geldt ook voor het gebed.
Maar evenals we vorige keer eindigden: of je nu een vrij gebed bidt of een formuliergebed, de gerichtheid van het hart op God is het voornaamste.


Johann ter Hart


gepubliceerd 1999