Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland


CG Scroll

  • Gebed tegen vijanden
    “Voor de lasteraars moge er geen hoop zijn, laat alle onheilstichters direct verdwijnen en laat hen allen spoedig vernietigd worden; mogen alle boosdoeners in een oogwenk vergaan laat hen allen spoedig vernietigd worden, Wil toch de kwaadwilligen met wortel en al uitroeien, breken, te gronde richten en vernederen spoedig in onze dagen. Gezegend gij, Eeuwige, die vijanden breekt en kwaadwilligen vernedert”.Deze woorden worden dagelijks enkele malen gebeden door Joden over de hele wereld. Dat is toch wel even slikken. Ze zijn deel van één van de belangrijkste gebeden in de dagelijkse liturgie. Het Achttiengebed. De naam zegt het: 18 gebeden of beter: zegenspreuken. Het wordt staande gebeden; daarom wordt het ook Amida (het staan) genoemd.Feitelijk zijn het 19 gebeden. Volgens Israël Meir Lau, lange tijd opperrabbijn van Israël, is deze twaalfde zegenspreuk later aan de oorspronkelijke achttien toegevoegd in de periode na de val van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel in het jaar 66. Maar het Achttiengebed behield zijn naam 'in de hoop dat er ooit een dag komt dat zo'n gebed niet meer nodig is en dat we in staat zullen zijn terug te keren naar de originele tekst’.De hele geschiedenis door is er voor de Joden reden te over geweest om de bede uit het Achttiengebed te bidden. Nog steeds. Jonge Joodse gezinnen trekken weg uit Nederland en uit Europa omdat ze in ons midden niet voluit hun Jood zijn kunnen beleven zonder lastig gevallen te worden, uitgescholden en erger. En we kunnen niet anders dan constateren dat die oervorm van discriminatie toeneemt – evenals vele andere vormen van discriminatie.Die twaalfde spreuk uit het Achttiengebed is een gebed om uitschakeling van tegenstanders, die het voor de Joden onmogelijk maken vrij te leven en hun door God gegeven opdracht te vervullen. Het klinkt wraakzuchtig, maar voor mij voorstelbaar, gezien de geschiedenis tot nu toe. De formulering is geen oproep om te radicaliseren en het heft in eigen handen te nemen. Als er sprake zal zijn van wraak, dan kan die alleen van de Eeuwige zélf komen. “Mij komt de wraak toe”, spreekt de Eeuwige (Deut. 32:35, Rom. 12:19). In het gebed wordt het aan de Eeuwige gevraagd en overgelaten en toevertrouwd dat Hij het kwaad en de bedrijvers daarvan teniet zal doen. Als je dat bedenkt, klinkt die bede hoopvolPiet Warnersmaart 2020© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht
  • Een godsgetal
      Johannes noemt in zijn evangelie, Joh. 21:11, een bijzonder getal: 153. Het is het aantal grote vissen dat in het net zat nadat Jezus aanwijzingen had gegeven om het net aan de rechterzijde van het schip uit te gooien. Dit getal 153 heeft al veel Bijbellezers en Bijbeluitleggers geïntrigeerd. Het is immers moeilijk voor te stellen dat Petrus en/of Johannes bij de verrassende ontmoeting met Jezus het belangrijk vonden om het aantal grote vissen in het net te gaan tellen. Bovendien: vanaf welke maat/gewicht is een vis groot?Augustinus is een van de eersten geweest die een symbolische betekenis van het getal 153 vermoedde. Hij noteerde dat 153 de optelling is van alle gehele getallen van 1 t/m 17, met een aanduiding van de Bijbelse betekenis van 10 en 7 die samen immers 17 vormen. Hij suggereert hiermee dat Johannes bij het zien van de grote hoeveelheid vissen ‘wist’ dat het aantal wel 153 moest zijn, omdat 153 een getal van God is. 153 getuigt van het wonder van deze visvangst.Een methode om de betekenis van 153 als godsgetal te doorgronden wordt geboden door de berekeningen van de gematria, een onderdeel van de Joodse Kabbala. In deze gematria spelen twee getallen een belangrijke rol als ‘godsgetallen’: 17 en 26. Beide zijn het resultaat van de omzetting in getalswaarde van de vierletterige (JHWH) naam van God. Als volgt J (jod) = 10 (of gereduceerd 1), H (hee) = 5 en W (wav) = 6 . Opgeteld 26 of 17(gereduceerd). Dus 153 als optelling van alle ‘delen’ (optelling van 1 t/m 17) van 17 is als het ware een samenvoeging van alle eigenschappen van God.Maar er is meer. De optelling van alle delen van het andere ‘klassieke’ godsgetal, 26, levert op: 351. Precies het omgekeerde van het getal 153.Er is nog meer. 153 is een van de weinige getallen (ik ken er maar 4) die d.m.v. ‘derdemachtsreductie’ - het resultaat van de optelling van de derde machten van de afzonderlijke cijfers - weer 153 oplevert. Het werkt als volgt: 1³+5³+3³=1+125+27 = 153. Symbolisch: elk cijfer van 153, verheven tot de ruimtelijkheid van de schepping levert als som zichzelf op. (Ruimtelijkheid wordt door ons altijd door derde machten geduid, bijv. m³ of dm³) Het is niet moeilijk om hierin een verwijzing van de Schepper naar Zichzelf te zien. Zodoende wordt naar mijn mening 153 als het godsgetal gebruikt in dit evangelie. Johannes zal als Jood dit type ‘exegese’ gekend hebben en dus zag hij ‘153 vissen’.Piet Booij© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrechtgepubliceerd januari 2020
  • Herdenken en vergeven
    Op 1 september was het 80 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak met het bombarderen van het Poolse stadje Wielun waarbij 1200 burgers omkwamen. De 63-jarige Duitse bondspresident Frank-Walter Steinmeier was bij de herdenking aanwezig en zei in Wielun: “Ik buig voor de Poolse slachtoffers van de Duitse tirannie. En ik vraag om vergeving”. Deze vraag om vergeving, op die plek, en door deze man, bij een herdenking, trof mij bijzonder.Er rijzen natuurlijk vragen. Kan bij wat tijdens WWII gebeurd is wel sprake zijn van vergeving? En ook: hoe lang werkt kwaad dat moedwillig in oorlogssituaties begaan wordt eigenlijk dóór? Christenen kennen een lange praktijk van vergeving (aflaten, absolutie) met een schaduwzijde die de joodse filosoof Lévinas ooit deed uitroepen: “oneindige vergeving leidt tot oneindig kwaad”. Vergeving vragen en schenken is allesbehalve een kwestie van ‘zand erover, vergeven en vergeten’ maar betekent een moeizaam proces met keuzes aan beide kanten, waarbij het kwaad benoemd en in de ogen gekeken moet worden.Een rabbijns gezegde luidt: “Herinneren leidt tot verlossing, vergeten leidt tot ballingschap”. Steinmeier bracht als representant van daders het kwaad in herinnering te midden van de nakomelingen van de slachtoffers. Hij had de moed te vragen om vergeving, ook al was het niet zijn oorlog en waren het niet zijn daden.Wat mensen andere mensen kunnen aandoen vreet generaties lang door als het niet onder ogen gezien en een halt wordt toegeroepen. Oorlog zet volkeren decennialang vast en kinderen worden daarvan vaak als eersten de dupe. Hoe staat het over 80 jaar met de Rohingya’s, Houthi’s en Tutsi’s, Israëlische en Palestijnse kinderen, kinderen van IS-strijders wanneer niet actief gezocht wordt naar mogelijkheden van verbinding en werken aan vergeving?Een belangrijk instrument tegen de verwoestende kracht van het kwaad is vergeving vragen en vergeving schenken. Dit instrument werkt individueel zoals de praktijk van het jodendom rond viering van Nieuwjaar in opmaat naar Grote Verzoendag laat zien. Bij de viering van Joods Nieuwjaar werd 30 september dit jaar op de sjofar geblazen, het sein voor elke gelovige zich te binnen te brengen hoe en waar hij zijn naaste het afgelopen jaar te kort heeft gedaan. Daar begint het moeizame werk van het kwaad onder ogen zien. Laten wij omwille van kinderen-van-de-oorlog nú bij alle herdenkingen die ons te wachten staan ons bewust zijn van de kracht van vergeving in de strijd met het zaad van het kwaad! Wat mij betreft leverde Steinmeier hiertoe een veelzeggende bijdrage.Marcel.S.F.Kempnovember 2019© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht
  • Tikoen olam
    Met alle zorgen over o.a. de wereldwijde klimaatverandering is “De wereld verbeteren” momenteel weer erg in zwang. “Verbeter de wereld, begin bij jezelf” is niet alleen een echte tegeltjeswijsheid, maar voor velen een dagelijkse praxis. Hierbij wordt inspiratie gehaald uit verschillende levensbeschouwelijke bronnen. Breed door alle lagen van de samenleving lijkt wereldwijd het besef te leven dat ieder individu zijn of haar eigen bijdrage kan leveren aan een betere wereld.In het christendom is “rentmeesterschap” een vertrouwde term. En in het jodendom bestaat het begrip 'tikoen olam': letterlijk betekent dat ‘herstellen van de wereld’. Het staat voor: verantwoording nemen voor dat wat je ziet dat er gebeurt in een gebroken en naar herstel snakkende wereld. Je mond dichthouden en niks doen is geen optie. Tikoen olam is een belangrijk aspect van het joodse leven. Nog sterker; het is een opdracht. Het herstellen en/of het vervolmaken van deze wereld is diepgeworteld in de joodse traditie. De concrete invulling daarvan is deels afhankelijk van de stroming binnen het jodendom.Tikoen olam komt voor het eerst voor in de Misjna (de mondelinge toelichting op de door Mozes op schrift gestelde Tora). Er is een duidelijk verband met het liturgische Aleinu-gebed, waarin de vestiging van Gods koningschap in de wereld centraal staat. De inspanningen van de mens voor het herstel van deze wereld komen pas goed tot hun recht indien deze plaats vinden onder Gods heerschappij. Zo wordt het Koninkrijk van God metterdaad verwacht. Binnenkort is het weer Micha-zondag (20 oktober), een moment om stil te staan bij de verantwoordelijkheid die wij dragen in zaken van gerechtigheid en zorg voor de schepping . De profeet Micha noemt in één adem trouw zijn, recht doen en ons leven op God richten. “Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God” (Micha 6 vers 8).De schepping is pas heel wanneer de mens haar op de juiste wijze –  in vrede en recht – bewoont en bewaart. Dan zullen goedertierenheid en trouw elkaar ontmoeten, gerechtigheid en vrede elkaar kussen.Albert van der Woude© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrechtgepubliceerd september 2019
  • TISJA BE’AV, een treurdag in de zomer
    Op de negende dag van de Joodse zomermaand Av  - Tisja be’av, dit jaar 11 augustus -  gedenken onze Joodse broeders en zusters de traumatische gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan in de Joodse geschiedenis. Na de verwoesting van de 1e Tempel in 586 v. Chr. werd een vastendag ingesteld. In dezelfde periode van het jaar 70, ging de 2e Tempel in vlammen op. Rabbi Abraham Ibn Ezra sprak vertwijfeld uit: “Alle heerlijkheid is verdwenen: de Tempel, de ark, de menora, de tafelen. Het volk is in gevangenschap, Jeruzalem verwoest. Alleen stof en stenen blijven. Hoeveel langer zal er nog geweend worden in Sion en gerouwd worden in Jeruzalem?”   De rabbi’s die zich na de val van de Tempel in Javne verzameld hadden, stelden een dag van rouw in om beide catastrofes tegelijkertijd te gedenken op de 9e Av. De nationale dag van rouw kreeg in de loop van de geschiedenis een godsdienstige betekenis die ver boven bepaalde gebeurtenissen uitgaat.  Ook andere gebeurtenissen worden herdacht, zoals het neerslaan van de Bar Kochba opstand in het jaar 135, het uitroepen van de 1e kruistocht, de verdrijving van de Joden uit Spanje in 1492, het begin van de 1e Wereldoorlog en nog meer. Ook de gebeurtenis die plaats vond in 1929 toen Arabische rellen ontstonden in Jeruzalem. Het was de eerste bloedige confrontatie tussen Joden en Arabieren in wat later Israël zou worden. Zo werd Tisja be’av een symbool voor álle rampen en vervolgingen in de Joodse geschiedenis.  Als de maand Av begint wordt er gedurende negen dagen geen vlees gegeten of wijn gedronken, alle uitingen van feest worden vermeden en er wordt niet getrouwd. Er wordt gelezen uit Jesaja en Jeremia over de verwoesting van Jeruzalem. Op de dag zelf zit men ‘in zak en as’, men vast en er wordt in de synagoge op een treurmelodie geciteerd uit de  Klaagliederen van Jeremia. Tegen het einde van de vasten wordt men aan de overlevering herinnerd, dat de Messias geboren zal worden op de 9e Av. Na Tisja be’av volgen zeven weken van troost. In mijn agenda staat dat dit jaar op 11 augustus het Islamitische Offerfeest wordt gevierd. Tisja be’av wordt niet genoemd... Laten wij dit jaar in onze kerkdiensten Tisja be’av gedenken, in verbondenheid met onze Joodse broeders en zusters. Sippy Klercq©  Classicale werkgroep Kerk en Israël Utrecht juli 2019
  • Gebed tegen vijanden
    “Voor de lasteraars moge er geen hoop zijn, laat alle onheilstichters direct verdwijnen en laat hen allen spoedig vernietigd worden; mogen alle boosdoeners in een oogwenk vergaan laat hen allen spoedig vernietigd worden, Wil toch de kwaadwilligen met wortel en al uitroeien, breken, te gronde richten en vernederen spoedig in onze dagen. Gezegend gij, Eeuwige, die vijanden breekt en kwaadwilligen vernedert”.Deze woorden worden dagelijks enkele malen gebeden door Joden over de hele wereld. Dat is toch wel even slikken. Ze zijn deel van één van de belangrijkste gebeden in de dagelijkse liturgie. Het Achttiengebed. De naam zegt het: 18 gebeden of beter: zegenspreuken. Het wordt staande gebeden; daarom wordt het ook Amida (het staan) genoemd.Feitelijk zijn het 19 gebeden. Volgens Israël Meir Lau, lange tijd opperrabbijn van Israël, is deze twaalfde zegenspreuk later aan de oorspronkelijke achttien toegevoegd in de periode na de val van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel in het jaar 66. Maar het Achttiengebed behield zijn naam 'in de hoop dat er ooit een dag komt dat zo'n gebed niet meer nodig is en dat we in staat zullen zijn terug te keren naar de originele tekst’.De hele geschiedenis door is er voor de Joden reden te over geweest om de bede uit het Achttiengebed te bidden. Nog steeds. Jonge Joodse gezinnen trekken weg uit Nederland en uit Europa omdat ze in ons midden niet voluit hun Jood zijn kunnen beleven zonder lastig gevallen te worden, uitgescholden en erger. En we kunnen niet anders dan constateren dat die oervorm van discriminatie toeneemt – evenals vele andere vormen van discriminatie.Die twaalfde spreuk uit het Achttiengebed is een gebed om uitschakeling van tegenstanders, die het voor de Joden onmogelijk maken vrij te leven en hun door God gegeven opdracht te vervullen. Het klinkt wraakzuchtig, maar voor mij voorstelbaar, gezien de geschiedenis tot nu toe. De formulering is geen oproep om te radicaliseren en het heft in eigen handen te nemen. Als er sprake zal zijn van wraak, dan kan die alleen van de Eeuwige zélf komen. “Mij komt de wraak toe”, spreekt de Eeuwige (Deut. 32:35, Rom. 12:19). In het gebed wordt het aan de Eeuwige gevraagd en overgelaten en toevertrouwd dat Hij het kwaad en de bedrijvers daarvan teniet zal doen. Als je dat bedenkt, klinkt die bede hoopvolPiet Warnersmaart 2020© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht
  • Een godsgetal
      Johannes noemt in zijn evangelie, Joh. 21:11, een bijzonder getal: 153. Het is het aantal grote vissen dat in het net zat nadat Jezus aanwijzingen had gegeven om het net aan de rechterzijde van het schip uit te gooien. Dit getal 153 heeft al veel Bijbellezers en Bijbeluitleggers geïntrigeerd. Het is immers moeilijk voor te stellen dat Petrus en/of Johannes bij de verrassende ontmoeting met Jezus het belangrijk vonden om het aantal grote vissen in het net te gaan tellen. Bovendien: vanaf welke maat/gewicht is een vis groot?Augustinus is een van de eersten geweest die een symbolische betekenis van het getal 153 vermoedde. Hij noteerde dat 153 de optelling is van alle gehele getallen van 1 t/m 17, met een aanduiding van de Bijbelse betekenis van 10 en 7 die samen immers 17 vormen. Hij suggereert hiermee dat Johannes bij het zien van de grote hoeveelheid vissen ‘wist’ dat het aantal wel 153 moest zijn, omdat 153 een getal van God is. 153 getuigt van het wonder van deze visvangst.Een methode om de betekenis van 153 als godsgetal te doorgronden wordt geboden door de berekeningen van de gematria, een onderdeel van de Joodse Kabbala. In deze gematria spelen twee getallen een belangrijke rol als ‘godsgetallen’: 17 en 26. Beide zijn het resultaat van de omzetting in getalswaarde van de vierletterige (JHWH) naam van God. Als volgt J (jod) = 10 (of gereduceerd 1), H (hee) = 5 en W (wav) = 6 . Opgeteld 26 of 17(gereduceerd). Dus 153 als optelling van alle ‘delen’ (optelling van 1 t/m 17) van 17 is als het ware een samenvoeging van alle eigenschappen van God.Maar er is meer. De optelling van alle delen van het andere ‘klassieke’ godsgetal, 26, levert op: 351. Precies het omgekeerde van het getal 153.Er is nog meer. 153 is een van de weinige getallen (ik ken er maar 4) die d.m.v. ‘derdemachtsreductie’ - het resultaat van de optelling van de derde machten van de afzonderlijke cijfers - weer 153 oplevert. Het werkt als volgt: 1³+5³+3³=1+125+27 = 153. Symbolisch: elk cijfer van 153, verheven tot de ruimtelijkheid van de schepping levert als som zichzelf op. (Ruimtelijkheid wordt door ons altijd door derde machten geduid, bijv. m³ of dm³) Het is niet moeilijk om hierin een verwijzing van de Schepper naar Zichzelf te zien. Zodoende wordt naar mijn mening 153 als het godsgetal gebruikt in dit evangelie. Johannes zal als Jood dit type ‘exegese’ gekend hebben en dus zag hij ‘153 vissen’.Piet Booij© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrechtgepubliceerd januari 2020
  • Herdenken en vergeven
    Op 1 september was het 80 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak met het bombarderen van het Poolse stadje Wielun waarbij 1200 burgers omkwamen. De 63-jarige Duitse bondspresident Frank-Walter Steinmeier was bij de herdenking aanwezig en zei in Wielun: “Ik buig voor de Poolse slachtoffers van de Duitse tirannie. En ik vraag om vergeving”. Deze vraag om vergeving, op die plek, en door deze man, bij een herdenking, trof mij bijzonder.Er rijzen natuurlijk vragen. Kan bij wat tijdens WWII gebeurd is wel sprake zijn van vergeving? En ook: hoe lang werkt kwaad dat moedwillig in oorlogssituaties begaan wordt eigenlijk dóór? Christenen kennen een lange praktijk van vergeving (aflaten, absolutie) met een schaduwzijde die de joodse filosoof Lévinas ooit deed uitroepen: “oneindige vergeving leidt tot oneindig kwaad”. Vergeving vragen en schenken is allesbehalve een kwestie van ‘zand erover, vergeven en vergeten’ maar betekent een moeizaam proces met keuzes aan beide kanten, waarbij het kwaad benoemd en in de ogen gekeken moet worden.Een rabbijns gezegde luidt: “Herinneren leidt tot verlossing, vergeten leidt tot ballingschap”. Steinmeier bracht als representant van daders het kwaad in herinnering te midden van de nakomelingen van de slachtoffers. Hij had de moed te vragen om vergeving, ook al was het niet zijn oorlog en waren het niet zijn daden.Wat mensen andere mensen kunnen aandoen vreet generaties lang door als het niet onder ogen gezien en een halt wordt toegeroepen. Oorlog zet volkeren decennialang vast en kinderen worden daarvan vaak als eersten de dupe. Hoe staat het over 80 jaar met de Rohingya’s, Houthi’s en Tutsi’s, Israëlische en Palestijnse kinderen, kinderen van IS-strijders wanneer niet actief gezocht wordt naar mogelijkheden van verbinding en werken aan vergeving?Een belangrijk instrument tegen de verwoestende kracht van het kwaad is vergeving vragen en vergeving schenken. Dit instrument werkt individueel zoals de praktijk van het jodendom rond viering van Nieuwjaar in opmaat naar Grote Verzoendag laat zien. Bij de viering van Joods Nieuwjaar werd 30 september dit jaar op de sjofar geblazen, het sein voor elke gelovige zich te binnen te brengen hoe en waar hij zijn naaste het afgelopen jaar te kort heeft gedaan. Daar begint het moeizame werk van het kwaad onder ogen zien. Laten wij omwille van kinderen-van-de-oorlog nú bij alle herdenkingen die ons te wachten staan ons bewust zijn van de kracht van vergeving in de strijd met het zaad van het kwaad! Wat mij betreft leverde Steinmeier hiertoe een veelzeggende bijdrage.Marcel.S.F.Kempnovember 2019© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht
  • Tikoen olam
    Met alle zorgen over o.a. de wereldwijde klimaatverandering is “De wereld verbeteren” momenteel weer erg in zwang. “Verbeter de wereld, begin bij jezelf” is niet alleen een echte tegeltjeswijsheid, maar voor velen een dagelijkse praxis. Hierbij wordt inspiratie gehaald uit verschillende levensbeschouwelijke bronnen. Breed door alle lagen van de samenleving lijkt wereldwijd het besef te leven dat ieder individu zijn of haar eigen bijdrage kan leveren aan een betere wereld.In het christendom is “rentmeesterschap” een vertrouwde term. En in het jodendom bestaat het begrip 'tikoen olam': letterlijk betekent dat ‘herstellen van de wereld’. Het staat voor: verantwoording nemen voor dat wat je ziet dat er gebeurt in een gebroken en naar herstel snakkende wereld. Je mond dichthouden en niks doen is geen optie. Tikoen olam is een belangrijk aspect van het joodse leven. Nog sterker; het is een opdracht. Het herstellen en/of het vervolmaken van deze wereld is diepgeworteld in de joodse traditie. De concrete invulling daarvan is deels afhankelijk van de stroming binnen het jodendom.Tikoen olam komt voor het eerst voor in de Misjna (de mondelinge toelichting op de door Mozes op schrift gestelde Tora). Er is een duidelijk verband met het liturgische Aleinu-gebed, waarin de vestiging van Gods koningschap in de wereld centraal staat. De inspanningen van de mens voor het herstel van deze wereld komen pas goed tot hun recht indien deze plaats vinden onder Gods heerschappij. Zo wordt het Koninkrijk van God metterdaad verwacht. Binnenkort is het weer Micha-zondag (20 oktober), een moment om stil te staan bij de verantwoordelijkheid die wij dragen in zaken van gerechtigheid en zorg voor de schepping . De profeet Micha noemt in één adem trouw zijn, recht doen en ons leven op God richten. “Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God” (Micha 6 vers 8).De schepping is pas heel wanneer de mens haar op de juiste wijze –  in vrede en recht – bewoont en bewaart. Dan zullen goedertierenheid en trouw elkaar ontmoeten, gerechtigheid en vrede elkaar kussen.Albert van der Woude© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrechtgepubliceerd september 2019
  • TISJA BE’AV, een treurdag in de zomer
    Op de negende dag van de Joodse zomermaand Av  - Tisja be’av, dit jaar 11 augustus -  gedenken onze Joodse broeders en zusters de traumatische gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan in de Joodse geschiedenis. Na de verwoesting van de 1e Tempel in 586 v. Chr. werd een vastendag ingesteld. In dezelfde periode van het jaar 70, ging de 2e Tempel in vlammen op. Rabbi Abraham Ibn Ezra sprak vertwijfeld uit: “Alle heerlijkheid is verdwenen: de Tempel, de ark, de menora, de tafelen. Het volk is in gevangenschap, Jeruzalem verwoest. Alleen stof en stenen blijven. Hoeveel langer zal er nog geweend worden in Sion en gerouwd worden in Jeruzalem?”   De rabbi’s die zich na de val van de Tempel in Javne verzameld hadden, stelden een dag van rouw in om beide catastrofes tegelijkertijd te gedenken op de 9e Av. De nationale dag van rouw kreeg in de loop van de geschiedenis een godsdienstige betekenis die ver boven bepaalde gebeurtenissen uitgaat.  Ook andere gebeurtenissen worden herdacht, zoals het neerslaan van de Bar Kochba opstand in het jaar 135, het uitroepen van de 1e kruistocht, de verdrijving van de Joden uit Spanje in 1492, het begin van de 1e Wereldoorlog en nog meer. Ook de gebeurtenis die plaats vond in 1929 toen Arabische rellen ontstonden in Jeruzalem. Het was de eerste bloedige confrontatie tussen Joden en Arabieren in wat later Israël zou worden. Zo werd Tisja be’av een symbool voor álle rampen en vervolgingen in de Joodse geschiedenis.  Als de maand Av begint wordt er gedurende negen dagen geen vlees gegeten of wijn gedronken, alle uitingen van feest worden vermeden en er wordt niet getrouwd. Er wordt gelezen uit Jesaja en Jeremia over de verwoesting van Jeruzalem. Op de dag zelf zit men ‘in zak en as’, men vast en er wordt in de synagoge op een treurmelodie geciteerd uit de  Klaagliederen van Jeremia. Tegen het einde van de vasten wordt men aan de overlevering herinnerd, dat de Messias geboren zal worden op de 9e Av. Na Tisja be’av volgen zeven weken van troost. In mijn agenda staat dat dit jaar op 11 augustus het Islamitische Offerfeest wordt gevierd. Tisja be’av wordt niet genoemd... Laten wij dit jaar in onze kerkdiensten Tisja be’av gedenken, in verbondenheid met onze Joodse broeders en zusters. Sippy Klercq©  Classicale werkgroep Kerk en Israël Utrecht juli 2019