{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland



Een vorige keer schreef ik over de parallel in de onzekere situatie van Joden en christenen, als minderheden in “Allah’s schiereiland”: het Midden-Oosten.
In Irak is het gordijn wat opengeschoven. In december was bijvoorbeeld een vertegenwoordiger van de christenen in de voorlopige Irakese regering in Nederland. Hij had angstige voorgevoelens, en vroeg aandacht voor het bestaan van een toch niet te verwaarlozen aantal christenen in Irak, die wellicht weer in de knel dreigen te raken.
Er bestaan daar meerdere kerken – oude, eerbiedwaardige herinneringen aan die discipelen, die eens naar het oosten en zuidoosten trokken – hoe ver wel niet? – om er hun boodschap te brengen. Zoals Paulus naar Rome ging, trokken enkele discipelen bijvoorbeeld naar Babylonië: Soesa, Poembadita, met hun bloeiende Joodse leven. De christelijke gemeenschappen die daar ontstonden waren talrijk en gevariëerd, meer dan de Paulinische, het werk van maar één man.
Toen kwam in de 7e eeuw de islam. Joden en christenen ondergingen hetzelfde lot. Of ze islamiseerden, of ze moesten in geïsoleerde gemeenschappen een soms heel benard bestaan leiden. Toch zijn er ook nu nog Joden zowel als christenen, ook in Irak. Verbazend! Wat een wonderbaarlijke levensdrang moeten deze groepen bezitten! Tegen alle verdrukking in. Ik herinner mij, dat ik nog in 1974 in Israël hoorde dat er veertig Joden zonder proces werden opgehangen. Omdat ze Jood waren, en dus spion. Of dan duikt er een Tariq Aziz op, een christen, als één van de weinige favorieten van Sadam. Zoals nu en dan een Jood opdook als adviseur of arts van een christelijke of islamitische heerser. De vraag bekruipt me dan: wie is dat, die Tariq Aziz? Helaas heb ik daar het antwoord niet op gevonden. Zijn geschiedenis moet interessant zijn. Hij behoort tot de Assyrisch-christelijke kerk. Nog niet zo lang geleden bracht hij een pelgrimsbezoek aan Assisi.
De christelijke vertegenwoordiger vroeg aan Nederland aandacht voor de christenen in Irak. Veel aandacht van de media was er echter niet. Zijn angst kwam voort uit de wetenschap dat de christenen, zelfs met z’n allen, geen eigen partij kunnen vormen. Hoe kunnen ze dan zichtbaar worden en voor hun bestaan opkomen? En daarnaast meteen: hoe zit dat met de Joden daar?
Zullen deze groepen te eniger tijd niet wéér moeten vrezen voor één of andere “zaterdag” of “zondag”, een Joodse of een christelijke slachting op “Allah’s schiereiland”, als wij hen niet in de gaten houden?


Machteld de Goederen


gepubliceerd 2005